Inleiding
Toen de hoofdredacteur van koi2000 aan mij vroeg of ik iets wilde schrijven over pigmentatie moest ik daar eerst even goed over nadenken.
Was ik wel in staat om over dit onderwerp een leesbaar artikel te maken. Degene die reeds eerder artikelen van mijn hand hebben gelezen weten inmiddels wel dat ik bepaalde onderwerpen zo
eenvoudig mogelijk probeer te benaderen.
Het leesbaar en begrijpelijk houden bij een onderwerp als pigmentatie, waar woorden als erythoforen en iridoforen om onze oren zouden kunnen vliegen, is best wel een lastige opgaven. Er bestaat
het gevaar als we deze toch wel moeilijke woorden achterwege laten dat kans aanwezig is dat het ‘wetenschappelijk’ gezien niet helemaal juist is.
Ík heb de stoute schoenen maar aangetrokken en ik zal proberen met onder andere een vergelijking het een en ander over pigmentatie duidelijk te maken.
Pigmentatie betekent letterlijk verkleuring en in dit geval de verkleuring van specifieke stoffen of kristallen.
Zoals we weten bestaat ons lichaam uit een diverse soorten cellen, de cel die verantwoordelijk is voor de productie van pigment noemen we een pigmentcel.
Een pigmentcel is een soort fabriek die simpelweg alleen maar een bepaald type pigmentkorrel produceert.
Een pigmentkorrel is een stofje die een bepaalde kleur reflecteert als er licht op valt. Reflecteert het stofje niet (het absorbeert het licht) dan is de reflecterende kleur zwart, reflecteert
een stofje al het licht( feitelijk alle verschillende golflengtes) dan is de kleur wit.
Er zijn dus diverse stofjes die anders reageren op licht.
Daarnaast zijn er pigmentkristallen, ook deze absorberen of versterken lichtgolven, met als gevolg een bepaalde kleur maar hebben de eigenschap dat de mate/hoek van de lichtinval de kleur kan
beïnvloeden. Deze kristallen worden niet geproduceerd maar zijn vanaf de geboorte wel of niet aanwezig.
Voor de duidelijkheid noem ik deze in dit artikel beiden pigment, want voor beide geld de belangrijkste regel:
Is er geen licht, dan is er ook geen kleur.
Het meest makkelijk voorbeeld bij een begrip als pigmentatie, is als we rond om ons heen kijken en het verschil constateren tussen blanke en donkeren mensen en alle grote kleurnuances daartussen.
Het verschil in huidskleur wordt simpelweg veroorzaakt door maar een paar factoren.
De hoeveelheid van pigmentcellen en de benodigde brandstof en licht.
Het bruine pigment beschermt het DNA van de cellen tegen de schadelijke uv straling, een donker iemand zal dus feitelijk minder snel gezondheid problemen krijgen van de zon dan een iemand met een
blanke huid. Zoals bij vele andere type cellen bepaald onze afkomst (genetisch) de hoeveelheid van de pigmentcellen.
Hoe meer pigmentcellen hoe groter de productie van pigment. Hoe mooi is de natuur(evolutie) toch dat deze hoeveelheid aan pigmentcellen is afgestemd op de hoeveelheid/sterkte aan zonlicht van het
(oorspronkelijke)leefgebied van een persoon.
Zijn er minder pigmentcellen(binnenkant hand) of geen pigment cellen (albino) aanwezig dan worden op die plekken dus minder of geen pigment geproduceerd.
Er zijn diverse factoren die de productie van pigment kunnen beïnvloeden.
Bij het ouder worden kan bijvoorbeeld de productie van pigment, die de kleur van ons haar bepalen , in aantal teruglopen waardoor het haar een grijze kleur gaat krijgen.
Vaak zien we dan ook dat naast de kleur de structuur van het haar iets anders wordt. Grijs haar is vaak wat stugger en doffer qua uitstraling.
Daarnaast kan bijvoorbeeld de totale productie van pigment worden beïnvloed door vererving, denk in dit voorbeeld bijvoorbeeld aan een nakomeling uit een relatie van een donker persoon met een
blank persoon, het aantal pigmentcellen kan dan minder worden.
Natuurlijk bezitten onze koi ook pigmentcellen en is er dus een directe link naar datgene wat hierboven is beschreven. Er is echter wel een verschil in de mate van vererving en dit wordt
veroorzaakt door het feit dat we bij koi praten over variëteit(eigenlijk ondersoort) en bij de mens over ras (soort).
Daar waar bij een ras redelijkerwijs is te voorspellen(blijven wel procentuele kansen) wat de uitkomst is bij een vermeerdering is dit bij een ondersoort erg onbetrouwbaarheid.
Daarnaast heeft de mens maar 1 type pigmentcel en kan een koi meerdere typen(klassen) pigmentcellen hebben. De klasse van de pigmentcel bepaald welke type pigment (dus kleur) kan worden
geproduceerd.
Het kweken(vermeerderen) van goede koi met de juiste set aan genen is om die reden dan ook zo moeilijk. De uitkomst is simpelweg minder betrouwbaar in vergelijking tot de mens.
De pigmentcellen die verantwoordelijk zijn voor de productie van het pigment die de kleur rood reflecteren moeten in het geval van een Kohaku niet alleen in hoeveelheid voldoende zijn maar ook
nog eens ‘geconcentreerd’ worden doorgegeven.
De geconcentreerde pigmentcellen vormen dan een patroon, zijn er niet geconcentreerde pigmentcellen, in het geval van rood, bestaat de kans op secundaire hi .
De kwalitatief betere Kohaku heeft procentueel meer van die pigmentcellen hierdoor wordt tevens de kans ook groter op een aantal zwervende pigmentcellen.
Ook Koi zijn helaas aan veroudering onderhevig en als dit proces is gestart(net als bij de mens is dit niet voor iedere koi op hetzelfde moment) zien we dat de kleuren langzaam minder gaan
worden. Net als bij het voorbeeld van het grijze haar worden de omliggende huidcellen ook minder soepel, de kleur brokkelt als het ware langzaam af.
Als bij een koi de pigmentcellen hoofdzakelijk aan de oppervlakte liggen kan de intensiteit van de kleur best mooi zijn maar is de kleur wel veel fragieler, de cellen kunnen namelijk door
allerlei factoren worden beschadigd waardoor er geen of minder pigment wordt geproduceerd. Liggen de pigmentcellen ook dieper in de huidlaag(dus gestapeld) dan zijn deze, naast dat ze beter
beschermd zijn, ook in staat het minder worden van het pigment in de bovenste laag te compenseren.
Het eventuele aanwezige Sashi, een lichte rode baan aan de voorkant van een patroon, op een Kohaku geeft eigenlijk aan dat er pigmentcellen in lagere huidlagen aanwezig zijn.
De kleur van het Sashi geeft dan aan hoe diep deze pigmentcellen zitten.
Is het Sashi te licht van kleur dan kan het betekenen dat de pigmentcellen te diep liggen en dat deze pigmentcellen later eigenlijk van weinig toegevoegde waarde zijn.
De regelmatigheid van het getoonde Sashi geeft aan dat de kans groot is dat de diepere pigmentcellen naar alle waarschijnlijk onder het gehele patroon voorkomen.
Zodra er geen direct licht meer op dit Sashi kan vallen, de huid wordt dikker c.q. de schubben worden minder transparant is het Sashi niet meer zichtbaar ondanks het feit dat de pigmentcellen nog
steeds aanwezig zijn.
Sashi gaat niet alleen op voor de kleur rood, ook bij zwarte patronen kan het Sashi een goede indicatie geven over de toekomstige intensiteit van het zwart.
Zoals eerder aangegeven hebben pigmentcellen een vorm van brandstof nodig om pigment te kunnen aanmaken. Voor de kleur rood, de makkelijks te beïnvloeden kleur, kan met voer verrijkt met
bijvoorbeeld spirulina, de kleur tijdelijk worden verbetert. Dit met de nadruk op tijdelijk, want als deze extra brandstof weer op is zal de kleur weer terugvallen naar zijn oorspronkelijke
kleur.
In slaap gesuste pigmentcellen die in staat zijn rood pigment te fabriceren kunnen door deze brandstof ineens gaan werken zodat het kan voorkomen dan bijvoorbeeld een Yamabuki, een gele metallic
koi, rode vlekjes gaat krijgen.
De pigmentcellen hebben niet het eeuwige leven en kunnen dus niet oneindig pigment blijven aanmaken, hoe harder een fabriek moet werken hoe eerder deze is uitgeblust.
Als een kleur langzaam ontwikkelt met zogezegd zijn eigen lichaamseigen brandstof dan zal dit uiteindelijk tot een mooiere, gelijkmatige en langdurige resultaat leiden.
De pigmentkorrels die een rode kleur weergeven zijn redelijk stabiel, er zijn weinig externe factoren die er voor kunnen zorgen dat de rode kleur ineens een andere intensiteit krijgt, dit laatste
geld jammer genoeg niet altijd voor de kleur zwart.
De pigmentcel die hier voor verantwoordelijk is dezelfde waarmee ik dit artikel ben begonnen. Dit is dus hetzelfde type pigmentcel die mensen hebben en die er voor zorgt of we blank of bruin
getint zijn. Blanke mensen worden in een vakantie snel bruin maar eenmaal terug verdwijnt die kleur weer snel. Is er echter een overvloed aan dit type pigmentcel dan blijft de kleur
behouden.
Als een Shiro onder stress zijn zwarte kleur snel gedeeltelijk verliest dan is dit een teken dat er in dat gebied te weinig pigmentcellen aanwezig zijn.
Ditzelfde geld ook voor het type sumi met een bruinachtige uitstraling. Hoe meer pigmentcellen per vierkante mm hoe zwarter het patroon.
In het geval van koi zijn is er ook een type(klasse) pigmentcel die er voor zorgt dat er glans ontstaat op een koi. Deze pigmentkristal reflecteert geen kleur maar reflecteert simpel gezegd het
licht. Zie het als een soort spiegeltjes. Het mag duidelijk zijn dat de hoeveelheid van dit type pigmentcellen de totale uitstraling van een koi kan beïnvloeden. Heeft een koi er veel dan zien we
een mooie schittering/glans(teri).
Ook de witte kleur valt onder deze klasse pigmentcel, een eiwitkristal reflecteert licht die door ons wordt gezien als de kleur wit.
Beide soorten kristallen worden feitelijk niet geproduceerd maar zijn vanaf de geboorte aanwezig, een heldere slijmlaag zorgt voor de minste verstoring van de reflectie van deze kristallen. Dit
is ook de reden dat we vaak aan het wit(shiroji) de huidconditie kunnen afleiden.
Hopelijk kan de lezer van dit artikel nu ook het antwoord geven op de vraag waarom een Doitsu koi geen Sashi heeft.
Zeker in onze hobby is begrip pigment een belangrijke factor, niet voor niets schreef Louis van Reusel een boek met als Titel ‘Nishikigoi, een waaier van kleuren’.
Kleuren waar we in ieder geval met zorg mee moeten omgaan zeker als we lang willen blijven genieten van onze zwemmende vrienden.