In het stukje over patronen bij een Kohaku werd al even aangestipt dat er vele regeltjes zijn in onze koihobby. We hebben proberen duidelijk te maken
dat deze regeltjes moeten worden gebruikt als leidraad en hulpmiddel bij de beoordeling van een Koi. We moeten er alleen voor waken dat deze regeltjes niet blindelings opgevolgd
dienen te worden. Het is beslist niet zo dat als dat een Koi perfect is/wordt als hij aan al deze regeltjes voldoet of slecht is/wordt als hij niet aan een aantal regeltjes voldoet.
Was het maar zo simpel want dan kon de toekomstige GC makkelijk geselecteerd worden.
Een van die bekende regeltjes heeft betrekking op het Sashi. Sashi is de onderliggende pigment laag aan de voorkant van een patroon. Bij een rood patroon zien we vaak, zeker bij de
jonge Koi, een licht rode gloed door het wit heen schijnen aan de voorkant van het patroon. Dit rode pigment zit dus in een diepere huidlaag en geeft een indicatie dat het rode
pigment waarschijnlijk ook in de diepere huidlagen onder het patroon aanwezig zijn. Een indicatie dus om de kwaliteit van het rood in te schatten. Het niet hebben van Sashi betekent
niet direct het omgekeerde, we kunnen dus niet direct de conclusie trekken dat het rood waarschijnlijk zeer fragiel/dun is omdat er geen Sashi is.
De kennis van ouderparen of bloedlijnen kunnen meespelen in de beoordeling bij het wel of niet hebben van Sashi.
Indien er spraken is van Sashi zijn er weer regels die aangeven hoe we dit Sashi moeten beoordelen, zo wordt er algemeen geschreven dat dit Sashi maar maximaal anderhalve schub breed
mag zijn, dat het Sashi regelmatig van grote moet zijn (dus niet een halve schub en direct daarnaast een hele schub) en dat het uniform van kleur moet zijn, tevens kan meespelen hoe
diep dit Sashi aanwezig is.
Deze regels zijn ontstaan omdat men de kans wil inschatten in het zogenaamde inklaren van het Sashi. Met inklaren wordt bedoeld dat het Sashi in de loop van de jaren niet meer
zichtbaar is. Een koi oogt namelijk mooier als deze licht rode gebieden niet meer aanwezig zijn. Deze licht rode gebieden zijn zichtbaar omdat de witte schubben en de huidlaag die
boven deze gebieden liggen nog licht doorschijnend zijn.
Als de koi ouder wordt, wordt de huidlaag minder transparant en zullen we zien dat deze licht rode kleur langzaam kan verdwijnen. Met de nadruk op kan,
want in veel gevallen zullen we vaak ook bij oudere koi nog enige vorm van deze licht rode kleur kunnen waarnemen.
Het is dus niet alleen de breedte, kleur en uniformiteit van het Sashi maar ook het ontwikkelingsstadium waarin de huidontwikkeling zich bevind die bepaald of de kans van het inklaren van
het Sashi groter wordt. Het wel of niet meer dikker worden van deze huidlagen is echter veel moeilijker in te schatten dan het zichtbare Sashi.
Ook hier blijkt dus weer dat de regeltjes in een groter geheel moeten worden bezien en dat er soms een gokje moet worden genomen bij een aanschaf van een Koi.
Een voorbeeld van zo’n Koi is de onderstaande foto, als we simpelweg alleen de regels zouden toepassen betreffende het Sashi in breedte en vorm dan zouden we deze Kohaku (uit een Murata
bloedlijn) gewoon laten zitten. Vooral het Sashi voorafgaande aan de rode patronen bij de rugvin laten een veel te breed Sashi zien van wel 4 schubben breed, daarnaast kunnen we zeker
niet zeggen dat het overal even breed is. Gelukkig is de kleur wel edelijk uniform.