Het kopen en daarna volgen van jonge koi , Tosai, is een van de mooie mogelijkheden binnen de Koihobby. Ongeacht de prijs van een Koi is het altijd leuk de
ontwikkeling van Koi te volgen, dit wordt extra leuk als vooraf gestelde verwachtingen worden waargemaakt.
Deze verwachtingen hebben dan vooral betrekking op lengte, bouw, huidontwikkeling en geslacht.
Hoe verder iemand in de hobby is des te beter kan een verwachting op basis van kenmerken worden gemaakt, het is echter een utopie dat dit met een zekere mate van zekerheid kan worden
gedaan.
Deze verwachting kunnen zowel positief als negatief naar de toekomst zijn.
Degene die natuurlijk het beste een verwachting kan bepalen is de kweker van de Koi zelf, dit geld vooral als het een kweek betreft uit een reeds beproefd ouderpaar. Naast algemene kenmerken zijn
er dan vaak een aantal specifieke kenmerken die bepalend kunnen zijn in de verwachting van een Koi, deze kenmerken zijn dan vaak het geheim van de Smit(de kweker dus).
Helaas zijn er daarnaast ook een aantal ontwikkelingsaspecten die niet te voorspellen zijn.
Een van die aspecten is de ontwikkeling van Secundair Hi ook wel genoemd Niban Hi.
Of een kweker het wel of niet kan voorspellen laat ik in het midden, meestal tonen ze zich erg verbaast als dit wel het geval is. Voor ons als hobbyisten is het , indien de koi nog verstoken is
van Secundair Hi, niet te voorspellen.
Secundair Hi is een negatieve ontwikkeling die meestal op een latere leeftijd (vanaf Nissai) zichtbaar kan worden. Het betreft dan de ontwikkeling van minderwaardig rood(hi) op plaatsen waar op
dat moment geen rood aanwezig was.
Het staartgedeelte en buikzijde zijn vaak de meest voorkomende plekken, maar als je echt pech hebt kan het hele lichaam hiermee bezaaid worden.
Of te koi nog aantrekkelijk is ligt natuurlijk aan de mate waarin het Secundair Hi aanwezig is en of de hobbyist dit een probleem vindt. Voor een Show is zo’n koi eigenlijk kansloos.
Er wordt wel eens geschreven dat Secundair Hi vaker voorkomt bij de in potentie betere koi.
De enige verklaring om dit te staven zou kunnen zijn dat een in potentie betere koi over een HI kwaliteit moet beschikken die nog niet uitontwikkeld is (gefinisht).
Secundair Hi
Als het Secundair Hi zich op de schubben bevindt kan er weinig aan gedaan worden of het zou zich moeten beperken tot een paar schubben. Secundair Hi op het hoofd, ogen en vinnen is eventueel wel
behandelbaar al kan dit dan van tijdelijke aard zijn.
Secundair Hi op het hoofd/wangen hoeft in oorsprong geen Secundair Hi te zijn geweest, maar kan een resultaat zijn van een cosmetische ingreep uit het verleden.
Bij Kohaku zien we het relatief minder vaak op het lichaam dan bij Showa, Sanke en Shiro wellicht dat de ingebrachte tweede kleur zwart hier de oorzaak van is. Omdat er nog wel eens Shiro Utsuri
te koop zijn waar in het verleden of heden Showa als ouderpaar(en) is gebruikt , is de kans op secundaire Hi bij deze variëteit zeker aanwezig.
Secundair Hi moet niet verward worden met Tobi Hi, Tobi hi is namelijk wel een goed stukje ontwikkeld HI zij het erg klein. Ook al wordt Tobi Hi in Japan niet zo gewaardeerd toch is het veel
minder storend als Secundair Hi. Het is simpel gezegd een zeer klein Hi patroon.
Een andere vorm van minderwaardig Hi en die nog wel eens verward wordt met secundair Hi is Kokesuki.
Kokesuki zijn een of meerdere schubben van minder kwaliteit Hi die ontstaan zijn uit een beschadiging of het verliezen van een schub. De rode kleur in de schub is dan niet meer uniform van kleur.
Vaak is dit waarneembaar als transparante schubranden. De beschadiging heeft ervoor gezorgd dat pigmentcellen zijn verdwenen of aangetast.
Het mag duidelijk zijn dat Kokesuki ook niet gewenst is maar dat dit in feite niet een ontwikkelingsfactor is.
Secundaire Hi is erg vervelend maar helaas niet te voorspellen, we zullen dus met dit euvel moeten blijven leven.
Kokesuki
Chikara Koi