Watertemperatuur en immuniteit


Het behoeft geen uitleg dat waterkwaliteit een zeer belangrijke factor is voor gezonde koi tenslotte leeft een koi 24/7 in water.
De waterkwaliteit en samenstelling wordt bepaald door veel factoren in vorige edities zijn andere elementen als zuurstof, waterhardheid en TDS al eens ter spraken gekomen.
Laten we ons nu eens richten op de invloeden van watertemperatuur in relatie met een aantal bacteriëngroepen die mede verantwoordelijk zijn voor deze waterkwaliteit. Als we deze watertemperaturen dan ook nog eens afzetten tegen de weerbaarheid(de fysiologie) van een koi dan kunnen we wellicht een aantal voorjaars problemen voorkomen.


De goede bacteriegroepen die we bespreken zijn de Nitrosomonas (voor het omzetten van ammoniak naar nitriet) en de Nitrobacter(voor het omzetten van nitriet naar nitraat). Als bekende slechte bacteriegroep (gram negatief) nemen we eens de Aeromonas.

Een grafiek zegt meer dan wat losse getallen en geeft vaak direct en bondig een inzicht.
Als eerste de immuniteit en de bacteriegroepen die noodzakelijk zijn om ammoniak en nitriet af te breken in relatie met de temperatuur. Met andere woorden bij welke temperatuur en in welke mate zijn ze ‘actief’.

Natuurlijk zijn de drie waarden bij 4 graden niet helemaal nul, maar er moet een startpunt zijn.
De meest opvallende zaken zijn:
De nitrobacter bacterie heeft niet zoveel moeite om op gang te komen en zal de eventuele aanwezige ammoniak uit de winter beginnen te souperen.
De Nitrosomonas loopt achter de feiten aan maar gelukkig compenseert de gesteldheid van de koi dit gedeeltelijk.

De Immuniteit van een koi is bij 26 graden optimaal, en zal daarna weer afnemen.

Omdat de Nitrosomonas traag opgang komt is het dus noodzaak om de hoeveelheid ammoniak in de lente te beperken. Dit kan worden bereikt door een gelimiteerde hoeveelheid voedsel en voedsel wat door de koi makkelijker kan worden verteerd. Dus met een lagere eiwit/proteïne hoeveelheid in combinatie met eventueel plantaardige eiwitten i.p.v. dierlijke eiwitten.
Ondanks het feit dat ammoniak bij lagere temperaturen minder giftig is dienen we er voor te zorgen dat de hoeveelheden zeer beperkt blijven . Het ophopen van ammoniak gaat sneller dan het afbreken bij lagere temperaturen en veel voer.


De grafiek houdt alleen rekening met de temperatuur en niet met bijvoorbeeld het aanbod.
Hobbyisten die dus in de winter bij lagere temperaturen (6 graden en minder) dus voeren mogen dus blij zijn dat de opgebouwde ammoniak als eerste kan worden afgebroken. Wat is die natuur toch eigenlijk mooi. Zou er geen ammoniak zijn , wat eigenlijk theorie is omdat een vis dit altijd blijft produceren ) dan zou de grafiek er iets anders uitzien en zal het startpunt van de Nitrobacter dus later beginnen simpelweg omdat er geen voedsel(ammoniak) voor hem was.

Men zou dus kunnen veronderstellen dat het dus helemaal niet zo verkeerd is om bij lagere temperaturen door te voeren. Het overtallige nog niet schadelijke ammoniak wordt toch netjes op tijd opgeruimd.
Echter een koi produceert als hij eet naast ammoniak (door simpelweg te ‘ademen’) ook nog eens afval (faeces), en dit afval wordt normaliter door mechanische filtratie als wel biologische filtratie afgebroken/verwijderd.
Een filter uitzetten in de winter is dus eigenlijk een ‘doodzonde ‘, ondanks het feit dat het biologische gedeelte maar spaarzaam werkt. Gelukkig zorgt de mechanische filtering ervoor dat een ophoping van vuil gedeeltelijk wordt voorkomen.
Toch zal nooit al het afval door de mechanische filtratie kunnen worden verwijderd en omdat de Hetrotrofe bacteriën(bacteriën die leven van organische stoffen) nog niet voldoende aanwezig zijn , bij lagere temperaturen , kunnen daardoor in het voorjaar problemen ontstaan.


De onderstaande grafiek laat zien dat een bacterie groep die we zeker in onze vijver zeer beperkt willen zien voorkomen vrij snel actief kan worden bij lagere temperaturen en wat is zijn voedingsbron ? , . . . . . . . juist namelijk die niet verwijderde voedingsrestanten.

Opvallend is natuurlijk dat de Aeromonas bacterie heel actief is bij de 10 graden en dat de activiteit al reeds afneemt bij 15 graden, dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt omdat de hetrotrofe bacteriën bij die temperatuur ook goed op gang zijn gekomen en het voedsel dus voor de neus van de Aeromonas
wegkapen.
Omdat de immuniteit bij 10 graden nog niet echt goed op gang is gekomen kunnen de Aeromonas bacteriën in het voorjaar voor problemen gaan zorgen en die zijn niet 1,2,3 opgelost.
Juist hobbyisten die op lagere temperaturen door willen blijven voeren dienen juist de stap van 8 naar 15 graden snel te nemen. Dit zou dus in de praktijk altijd handmatig moeten gebeuren daar onze natuur deze stap niet snel neemt.
Hobbyisten die niet voeren in de winter hebben dit probleem in mindere maten simpel door het ontbreken van organische afval maar ook voor hun geld dat een snelle verhoging naar 15 graden veel voordelen kan bieden maar dan meer in de afbraak van ammoniak en nitriet zodat sneller het voerregiem kan worden aangepast.
Hobbyisten die niet die snelle stap naar 15 graden kunnen nemen moeten dus heel geleidelijk hun voerregime verhogen en het dus laten afhangen van de watertemperatuur op dat moment.
En dit laatste eist een grote mate van discipline. We moeten als het waren de koi beschermen en niet denken hij zwemt lekker en vraagt zelf om voedsel. Dit werkt in de natuur wel maar in zo’n kleine leefomgeving niet.

Chikara Koi